05
-
06
-
2024
5 minuten
leestijd

Hormoontherapie bij de overgang

Eén van de effectieve behandelingen is hormoontherapie. Hierbij worden de dalende hormoonspiegels aangevuld met medicijnen die oestrogeen en progestageen bevatten. Voor veel vrouwen kan dit een aanzienlijke verlichting geven van overgangsklachten. Als we kijken naar opvliegers alleen, is gebleken dat vrouwen die voorheen 10 opvliegers per dag hadden, door hormonen terug naar ongeveer 2 opvliegers per dag gaan.

De keuze voor hormoontherapie is niet voor iedereen even gemakkelijk. Er zijn enkele situaties waarin het wordt afgeraden of voorzichtigheid is geboden. Deze situaties lichten we beneden verder toe, om je vast inzicht te geven in zaken die op jouw situatie toepasbaar kunnen zijn. Met de juiste begeleiding van je arts, kan worden bepaald of deze behandeling veilig voor jou is en in welke vorm.

Hormoontherapie is een veelgebruikte behandeling voor overgangsklachten.

In de overgang gaat je lichaam minder vrouwelijk hormoon maken. Je kunt met pillen of hormonen op je huid zorgen dat dit hormoon toch in je lichaam komt.

Hormoonsuppletietherapie verhoogt het oestrogeengehalte, waardoor de temperatuur in het lichaam beter gereguleerd wordt.

Vrouwen krijgen meestal tabletten of pleisters (er zijn ook sprays en gels) met lichaamseigen estradiol (uit de groep oestrogenen) en progesteron of dydrogesteron. Vrouwen die geen baarmoeder meer hebben kunnen volstaan met alleen estradiol. Meestal nemen de klachten na een paar dagen al af.

Ook fezolinetant (merknaam Veoza), dat sinds april 2024 beschikbaar is vermindert opvliegers, maar zonder hormonen.

Het blokkeert een eiwit (de signaalstof neurokinine-3) dat de thermostaat in het lichaam aanzet tot het afvoeren van warmte door de bloedvaten wijd open te zetten. Fezolinetant werkt alleen tegen opvliegers, het houdt ze niet allemaal tegen, maar studies van de producent laten zien dat de klachten met de helft afnemen.

Effectiviteit

Hormonen zorgen ervoor dat je minder overgangsklachten krijgt.

De werking kan na 2-3 weken merkbaar zijn, maar soms duurt het 2-3 maanden voordat het volledig effect optreedt.

Hoe kan hormoontherapie worden toegediend?

De hormonen kunnen op verschillende manieren worden toegediend:

  • Pillen (al dan niet in combinatie met een hormoonspiraal)
  • Pleisters die 2x per week worden aangebracht
  • Gel of spray die dagelijks op de huid wordt aangebracht

Bijwerkingen

Hormonen kunnen bijwerkingen geven. In de eerste maanden houdt je lichaam soms meer vocht vast. Je kunt hierdoor deze klachten hebben:

  • Hoofdpijn
  • Misselijkheid
  • Borstgevoeligheid/zwelling

Ook kan vaginaal bloedverlies/spotten weer voorkomen.

Deze bijwerkingen komen vaker voor bij orale toedieningsvormen zoals pillen in vergelijking met niet-orale vormen zoals gel of pleisters.

Contra-indicaties

Er zijn enkele situaties waarin hormoontherapie wordt afgeraden of gecontra-indiceerd is:

  • Vrouwen met kanker die groeit door hormonen, zoals borstkanker of baarmoederkanker
  • Vrouwen met een voorgeschiedenis van trombose, longembolie, hartaanval of beroerte
  • Vrouwen met onverklaarbaar vaginaal bloedverlies
  • Vrouwen met een leverziekte
  • Rokers

Voorzorgsmaatregelen

Bij de volgende situaties moet voorzichtigheid worden betracht en is een niet-orale toedieningsvorm zoals pleisters of gel mogelijk beter:

  • Overgewicht/obesitas
  • Migraine
  • Verhoogd risico op hart- en vaatziekten (hoge bloeddruk, hoog cholesterol, familiaire belasting)
  • Eerdere zwangerschapscomplicaties zoals zwangerschapsvergiftiging

Hormoontherapie wordt in Nederland voorgeschreven door de huisarts. Als je overweegt hormoontherapie te gebruiken voor je overgangsklachten, is het belangrijk om open te communiceren met je huisarts over je persoonlijke situatie en eventuele risicofactoren in deze beslissing mee te nemen.

Verhoogde risico's

Langdurig gebruik van hormoontherapie met oestrogeen en progestageen wordt geassocieerd met een licht verhoogd risico op:

  • Borstkanker (8 extra gevallen per 10.000 vrouwen per jaar gebruik)
  • Darmkanker
  • Hart- en vaatziekten zoals hartaanval en beroerte (8 extra gevallen per 10.000 vrouwen per jaar gebruik)
  • Galblaasproblematiek

Deze risico's nemen toe naarmate de therapie langer wordt gebruikt. Het risico is het hoogst bij obese vrouwen en rokers.

Beschermende effecten

Hormoontherapie kan ook beschermende effecten hebben:

  • Vermindert botontkalking en het risico op osteoporose
  • Vermindert het risico op darmkanker
  • Vermindert het risico op diabetes type 2
  • Vermindert het risico op depressie en stemmingsstoornissen

Het is belangrijk deze risico's en voordelen zorgvuldig af te wegen met de arts, rekening houdend met de individuele situatie en risicofactoren. Over het algemeen wordt geadviseerd de laagst mogelijke effectieve dosis te gebruiken voor de kortst mogelijke duur.

Anticonceptie tijdens hormoontherapie

Als je nog ongesteld wordt, is het belangrijk om anticonceptie te gebruiken tijdens hormoontherapie. Hormoontherapie beschermt namelijk niet tegen zwangerschap. Kies voor een betrouwbaar voorbehoedmiddel, zoals:

  • Een hormoonspiraal
  • Een pil met zowel oestrogeen als progestageen

Een hormoonspiraal is een goed alternatief als je nog ongesteld wordt. De spiraal voorkomt zwangerschap en je hoeft geen extra hormonen te slikken.

Als je kiest voor een anticonceptiepil, is het belangrijk dat deze zowel oestrogeen als progestageen bevat.

Sommige anticonceptiepillen bevatten alleen progestageen. Deze zijn minder geschikt in combinatie met hormoontherapie.

Bespreek met je arts welke anticonceptievorm het beste bij jou past. Houd er rekening mee dat sommige anticonceptiemiddelen de werking van hormoontherapie kunnen beïnvloeden. Een spiraal of pil met zowel oestrogeen als progestageen zijn meestal de beste keuze.

Onthoud dat hormoontherapie de overgangsklachten vermindert, maar niet beschermt tegen zwangerschap zolang je nog ongesteld wordt. Gebruik daarom altijd een betrouwbaar voorbehoedmiddel als je seksueel actief bent.

Aan de gang met de overgang. Leer je lichaam kennen.